PPID

Op de website www.ppidbijpaarden.nl staat veel informatie over PPID bij het paard. Op deze pagina kan je een samenvatting vinden van de bekende informatie over PPID.

Wat is PPID?
PPID werd eerder ook wel de ziekte van Cushing genoemd. Deze benaming is niet helemaal juist. Bij de ziekte van Cushing is er sprake van een tumor in de hersenen Deze tumor produceert hormonen, en daardoor wordt er van alles ontregeld. Maar dat zit bij paarden dus net even anders.

PPID staat voor Pituitary Pars Intermedia Dysfunction. Dit betekend: disfunctie van de pars intermedia van de hypofyse. De hypofyse is een orgaantje, vlakbij de hersenen die verschillende hormonen produceert. De pars intermedia is een bepaald onderdeel van de hypofyse. De dysfunctie van de pars intermedia ontstaat omdat zenuwweefsel uit de hersenen kapot gaat. Daardoor wordt er niet genoeg van de stof dopamine aan gemaakt. Dopamine remt de productie van hormonen door de pars intermedia. Als er te weinig dopamine is, worden er dus teveel hormonen aangemaakt door de pars intermedia. Dit overschot aan hormonen geeft klachten bij de paarden.

PPID komt vooral bij oudere paarden voor, vaak dieren ouder dan 15 jaar. Tegenwoordig wordt er meer getest op PPID en zien we het ook steeds meer bij jongere paarden. Hoe paarden precies aan PPID komen is nog niet bekend. Het is niet duidelijk waarom de zenuwen in de hersenen beschadigen.

Hoe herken je PPID?
PPID kan in verschillende gradaties voorkomen, en daardoor kunnen de klachten ook nog wel verschillen. Wat we vaak zien is (terugkerende of chronische) hoefbevangenheid.
Veel mensen kennen wel de krullerige vacht die hoort bij PPID. Maar slechts ongeveer de helft van de paarden krijgt zo’n krullende vacht. Veel vaker zien we problemen met de verharing.
Paarden met PPID hebben vaak een hangbuik en spierverlies op de bovenlijn. Ook zie je soms de typische vetophopingen boven de ogen van het paard.
Paarden met PPID worden lusteloos, sloom, en presteren minder. Ook zien we vaak terugkerende ontstekingen en hebben ze een slechtere wondgenezing.

Testen op PPID
Gelukkig is het tegenwoordig meestal vrij eenvoudig om te bepalen of een paard PPId heeft of niet. De dierenarts komt langs om een bloedmonster af te nemen. Dit wordt naar een laboratorium gestuurd en binnen enkele dagen is er een uitslag bekend. Bij dit onderzoek meten we niet de concentratie dopamine in het bloed, maar de concentratie ACTH. Als dopamine verhoogd door de schade aan zenuwen in de hersenen, raakt ACTH ook verhoogd. En ACTH kunnen we makkelijk testen.

Behandeling van PPID
En dan blijkt je paard PPID te hebben, en dan?
Gelukkig is er inmiddels een medicijn voor paarden met PPID. Deze tabletten bevatten pergolide. Die stof heeft dezelfde functie als dopamine, en zorgt dus dat het tekort aan dopamine wordt aangevuld met pergolide. Daardoor wordt de pars intermedia van de hypofyse geremd zoals in gezonde paarden gebeurd.
Het kan even duren, enkele weken tot een jaar, voordat je resultaat gaat zien. Soms moet er nog een paar keer bloed afgenomen worden om te kijken of de dosering pergolide goed afgestemd is. Maar als je dan de goede dosering te pakken hebt, zal je zien dat je paard erg opknapt.
Naast de behandeling met pergolide is het belangrijk dat het management van het paard zo optimaal mogelijk is. Denk hierbij bijvoorbeeld aan goede voeding, huisvesting, gebitscontrole en hoefverzorging. Een paard met PPID kan een gezond en gelukkig leven hebben, maar blijft wel levenslang patiënt. Het is dus belangrijk om met alle specialisten/behandelaars goed te overleggen hoe het paard het best geholpen is.

Volg Louise Oostdijk van VET-service op social media