PSSM – polysaccharide storage myopathy
PSSM is een verzamelnaam voor spieraandoeningen waarbij er stapeling van suikermoleculen in de spiercellen plaatsvindt. Hierdoor ontstaan spierproblemen.
Er zijn twee soorten PSSM, PSSM1 en PSSM2.
PSSM1
Bij paarden met PSSM1 is er een genetische afwijking aanwezig die zorgt voor de problemen met de suikerstapeling. Het gen komt voor bij de Quarter Horse, Paint Horses, diverse Trekpaardenrassen en kruisingen van deze rassen. Het gen erft dominant over. Elk dier heeft twee setjes van elk gen in zijn DNA. Bij een ziekte die dominant overerft is het hebben van 1 set van het gen al genoeg om symptomen van de ziekte te ontwikkelen.
Een paard met twee negatieve genen vertoont geen symptomen van PSSM en kan dit ook niet doorgeven aan de nakomelingen. Een paard met twee positieve genen zal ernstige symptomen van PSSM vertonen en dit ook doorgeven aan de nakomelingen. Een paard met één positief en één negatief gen kunnen (milde) symptomen van PSSM ontwikkelen, en de kans dat zij het doorgeven aan de nakomelingen is 50%.
PSSM2
Paarden met PSSM2 hebben de genetische afwijking niet, maar wel problemen met de suikerstapeling in de spiercellen. PSSM2 komt voor bij diverse rassen, onder andere bij Friezen, KWPN-ers, Ijslanders, Quarter Horses, Paint Horses. Maar ook rassen die niet in deze lijst staan kunnen PSSM2 hebben.
Wat zijn de symptomen?
Paarden met PSSM laten hele diverse symptomen zien die ook kunnen verschillen in ernst. We zien onder andere spierstijfheid, verminderd presteren (niet willen lopen), verlies van spiermassa, spiertrillingen, overmatig zweten, aanvallen van spierbevangenheid en koffiekleurige urine. Als we een spierbiopt afnemen zien we daar de abnormale stapeling van suikermoleculen in de spiercellen.
Hoe stellen we een diagnose?
De diagnose PSSM1 kan gesteld worden aan de hand van de genetische test. Dit kan ook bij jonge dieren die nog geen verschijnselen vertonen, maar eventueel in de toekomst ingezet zullen worden voor de fok.
De diagnose PSSM2 is lastiger te stellen. Er is nog geen genetische afwijking gerelateerd aan de aandoening PSSM2. Meestal wordt de diagnose gesteld op basis van het klinisch beeld en het verhaal van de eigenaar.
Mijn paard heeft PSSM, en nu?
Helaas is er geen behandeling voor PSSM. Dieren met de aandoening kunnen niet genezen. Wel is het mogelijk om het management te optimaliseren waardoor de dieren minder last hebben van de aandoening.
Het is belangrijk dat het paard voeding krijgt die arm is in suiker en zetmeel. Om het paard toch van genoeg energie te voorzien kan voeding gegeven worden met meer vetten en eiwitten. Paarden met PSSM hebben vaak een hogere behoefte aan Vitamine E. Dit kan in de vorm van een supplement bijgegeven worden. Daarnaast is het belangrijk dat het paard dagelijks goed opgebouwde beweging krijgt om de spiercellen actief te houden. Bij paarden met PSSM zien we de aanvallen van spierbevangenheid vaak na een periode van rust. Met het aanpassen van de voeding en het bewegingsmanagement zien we in 75% van de paarden met PSSM minder of geen aanvallen van spierbevangenheid meer.
Als het paard wel een aanval van spierbevangenheid krijgt, is het belangrijk om direct de dierenarts te bellen en te behandelen. Het paard moet direct op rust gezet worden, in de winter bij voorkeur binnen onder een warme deken, in de zomer bijvoorbeeld in een kleine paddock. De dierenarts kan indien nodig pijnstilling voorschrijven en een infuus aanleggen om de afvalstoffen sneller uit de spieren te elimineren.